| 
  • If you are citizen of an European Union member nation, you may not use this service unless you are at least 16 years old.

  • You already know Dokkio is an AI-powered assistant to organize & manage your digital files & messages. Very soon, Dokkio will support Outlook as well as One Drive. Check it out today!

View
 

soorten leesproblemen

This version was saved 9 years ago View current version     Page history
Saved by Karel Thönissen
on March 10, 2015 at 4:22:07 pm
 

Deze website is niet gericht op een specifiek leesprobleem. Veel van de hulpmiddelen en richtlijnen komen lezers met verschillende leesproblemen ten goede. Sterker nog, op een enkele uitzondering na profiteren ook de normaallezenden van onze richtlijnen.

 

Toch is het nuttig op de hoogte te zijn van de aard van de verschillende problemen waarop wij ons gericht hebben. Met deze kennis in het achterhoofd kan er dan besloten worden een bepaalde richtlijn wel of niet toe te passen.

 

 

Analfabetisme is in het algemeen een opleidingsprobleem. De beste remedie is onderwijs, maar spraaksynthese is ook in sommige gevallen een mogelijkheid.

 

In het geval van anderstaligheid is niet gebrek aan opleiding het probleem, maar het feit dat men is opgegroeid in een andere taal dan het Nederlands. Mogelijk kan men lezen, maar gebruikt de eigen taal een ander schrift, bijvoorbeeld arabisch of Cyrillisch. Ook heeft de anderstalige een achterstand in de woordenschat, waardoor het begrijpend lezen gehinderd wordt. Bij het technisch lezen wordt de anderstalige geconfronteerd met voor hem onbekende spellingsregels en uitspraakregels.

 

Laaggeletterdheid

 

Dyslexie is een stoornis waarbij er problemen zijn met de beeld-klankkoppeling. Een dyslect heeft bij het lezen grote moeite om klanken te vinden bij de letters en vervolgens deze klanken aan een te rijgen tot een woord. Bij het spellen van een woord heeft de dyslect het omgekeerde probleem om een woord in klanken te hakken en de klanken te verletteren. Een dyslect heeft in beginsel geen gezichtsproblemen of gehoorproblemen en dyslexie heeft ook geen verband met intelligentie.

 

Het aantal dyslecten in een taalgebied hangt sterk af van de taal. In talen met een zeer eenvoudige spelling (bijvoorbeeld Italiaans, Fins, Turks) is dyslexie een weinig voorkomend probleem. In deze talen wordt elke klank altijd op dezelfde wijze verletterd en wordt een letter altijd op dezelfde wijze verklankt. In talen met een zeer onregelmatige spelling, zoals het Engels, is dyslexie het grootste probleem. Het Nederlands en het Duits zitten ergens in het midden. Het Nederlands is niet zo simpel als bijvoorbeeld Italiaans (een alfabet met maar 21 letters die altijd op dezelfde wijze worden uitgesproken) maar ook niet zo onregelmatig als het Engels (waar elke klank op wel 10 manieren gespeld kan worden). In het Nederlands zit een spellingssysteem met spellingsregels, al kost dat moeite om onder de knie te krijgen.

 

Dyslecten mankeren in beginsel niets aan de ogen. Om die reden werken speciale lettertypes ook niet (maar wel om een andere reden). Dyslecten zijn even goed als anderen in staat onderscheid te maken tussen onder en boven en links en rechts. De b-d omwisseling is dan ook niet een typisch probleem van dyslecten, maar een probleem van alle ongeoefende lezers. Het grote probleem voor dyslecten is dat ze door de leesproblemen te weinig leesmeters maken en heel lang ongeoefende lezers blijven. Dus speciale dyslexie-lettertypes werken wel, maar om een andere reden: deze lettertypes komen alle ongeoefende lezers ten goede. Hetzelfde geld eigenlijk ook voor veel van de hulpmiddelen en richtlijnen voor dyslecten: de meeste zijn eigenlijk gericht op de ongeoefende lezer. Maar daar profiteert de dyslect bij uitstek van.

 

 

 

 

 

Blindheid, kleurenblindheid en slechtziendheid zijn visuele problemen. 

 

Verziendheid en bijziendheid zijn veruit de meest voorkomende handicaps in Nederland. Gelukkig zijn deze problemen eenvoudig op de lossen met een goede bril en zullen velen dit niet eens als een echte handicap beschouwen. In de meeste gevallen worden sferische lenzen gebruikt om het lichtveld sterker of juist minder sterk af te buigen naar het netvlies. Als de ooglens in het horizontale en in het verticale vlak niet even sterk afbuigt, dan moeten de lenzen met een zogenaamde cilinder geslepen worden. Als de twee ogen niet goed kunnen focussen op hetzelfde object in het gezichtsveld, dan moeten de lenzen een zogenaamde prisma hebben om hiervoor te corrigeren.

 

 

Comments (0)

You don't have permission to comment on this page.